De Kasteelbuurt in Hoensbroek, een voormalige mijnwerkerskolonie, droeg vroeger de naam De Wingerd en maakte deel uit van de (grotere) wijk, die op dit moment Maria Gewanden/Terschuren heet. De kolonie is in de jaren ‘80 van de vorige eeuw gerenoveerd, waarbij een deel van de woningen is afgebroken. Op dit moment resteren in De Wingerd nog 103 van de oorspronkelijke 207 woningen.
Het ontwerp voor de woonwijk is van architect Nico Ramakers (1879-1954) uit Sittard. De stedenbouwkundige structuur bestaat hoofd-zakelijk uit een langgerekt ellipsvormige bebouwing, die oorspronkelijk was opgebouwd uit vijf bouw-blokken. Tijdens de renovatie van de wijk zijn het middelste bouwblok en de dwarsblokken verwijderd en is een groenvoorziening gerealiseerd. De wijk is opgetrokken in expressionistische architectuur.
Er is sprake van één woningtype, bestaande uit twee bouwlagen voorzien van een zadeldak dat, op verschillende wijze geschakeld, is toegepast. Bij de hoekpanden zijn éénlaagse schuin geplaatste aanbouwen gerealiseerd. De voorgevels hebben een deels uitkragende kunstzinnige, metselwerkvulling tussen de ramen van de begane grond en verdieping. Kenmerkend zijn de zes rijen naar buiten gemetselde ‘strekken’ van elkaar gescheiden door rechtopstaande plat gemetselde bakstenen. De plinten bestaan uit meer en minder gesinterde bakstenen in genuanceerde kleuren tussen oranjerood en paarsblauw.
De aanbouwen en zijgevels zijn deels gepleisterd en geschilderd in okergele kleur. Ondanks de renovatie is deze mijnwerkerskolonie in hoofdopzet behouden gebleven.
Gelet op de periode waarin de wijk is gebouwd wordt de ellipsvormige stedenbouwkundige structuur als bijzonder aangemerkt. Het betreft een vroeg Limburgs voorbeeld van expressionistische bouwkunst en is, voor zover bekend, de enige mijnwerkerskolonie met een dergelijke vormentaal.