Het bouwen van bejaardentehuizen had na de oorlog in de nieuwe stadsuitbreidingen bijzondere aandacht. Men wilde af van de in de oude stadscentra nog veel voorkomende hofjes waarin bejaarden als het ware werden opgesloten. Nieuwe uitbreidingsplannen zoals het Aarveld en het Meezenbroekerveld werden ontworpen met een stempelpatroon waarin verschillende woningtypen en ook bijzondere maatschappelijke doeleinden een weloverwogen plaats kregen.
Overeenkomstig moderne stedenbouwkundige opvattingen was er veel openbare ruimte.
Tobias werd gesitueerd haaks op de oost-westas tussen de Sint Annakerk op het Bekkerveld en de kerk St. Martinus in Welten. Het bejaardentehuis had een hoge lounge met veel zon op het zuiden.
De ingangen van de wooneenheden lagen aan een corridor.
De begane grondvloer is boven maaiveld getild.
De betonnen pergola’s op de zesde verdieping laten zien dat het dak kan worden gebruikt als terras.
Holt introduceerde in het rechte stramien van licht metselwerk een aantal schuine lijnen. Hierdoor kreeg het trappenhuis, de entree, en de zuidgevel een niet alledaags architectonisch karakter.
Voor bewoners van het Aarveld en Heezerveld is het prachtige beekdal met watermolen in enkele minuten te bereiken via de bij het bejaardenhuis gelegen voetgangersbrug over de stadsautoweg.
De groene openbare ruimte met rozentuin rond dit woongebouw is als het ware verbonden met het bestaande landschap.
De moderne architectuur viel destijds in de smaak. Blijstra liet in zijn boek Nederlandse bouwkunst na 1900 (1962) dit bejaardentehuis zien samen met de uitzonderlijke bouwkunst van Peutz en Holt in de nieuwe stad Heerlen.
Tegenwoordig heet het Bejaardenhuis Tobias ‘Residentie Aarveld’ en is een woongebouw met huurwoningen.