De Honigmannstraat maakt deel uit van het stratenpatroon van Heerlen tussen de middeleeuwse kern en de spoorbaan, dat ook wel het stationskwartier wordt genoemd. In het begin van de 20e eeuw was dit een woonwijk voor de urbane elite. Dit woonhuis, ontworpen voor veearts Duysens, oogt als een vrijstaande villa, maar was deel van een doorlopende straatwand. Het pand van rode baksteen staat op een plint, heeft twee bouwlagen en een schilddak. Onder de dakgoot-betimmering met houten klossen bevindt zich een witte fries van stucwerk, kenmerkend voor verschillende villa’s van Stuyt (1868-1934).
De voorgevel is symmetrisch ingedeeld in drie traveeën. De middelste travee vormt de entourage voor de entreepartij en het daarboven uitstekende balkon. De andere twee traveeën omvatten kozijnen in een iets verdiept gelegen gevelvlak. De vensters in de eerste laag en de dubbele balkondeur liggen in een rondboognis. De witte boogtrommels zijn gedecoreerd met tegeltableaus bestaand uit witte en zwarte stenen in ruitvorm. Door deze driedeling laten zich denkbeeldige lijnen tekenen die structuurbepalend zijn in het ontwerp. De gevel heeft een verticale blok- en muizentandversiering van baksteen, gelegen op en naast de hoeklisenen.
Waardevolle interieuronderdelen zijn onder meer de marmeren haardlijsten, het originele trappenhuis met gedraaide spijlen, de boog in de grote gang en de tussendeur bij de hoofdentree met in glas geslepen slang en lepel van de dokter.
De stadsvilla bezit cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een woon- en praktijkruimte voor een veearts gebouwd in het Interbellum in het centrum van Heerlen.