Afgezien van eerste koeltorens en andere industriële gebouwen overheerst bij de opkomst van de mijnen een traditionele bouwstijl. Jan Stuyt (1868-1934) was de eerste die in Heerlen (1912-1913) een stratenplan tekende. Links en rechts van de ‘Krutzerweg’ (Kruisstraat) bedacht hij een villawijk met vrijliggende huizen. DIt idee werd later veranderd met Engelse ‘squares’ en met gesloten straatgevels waaronder het Tempsplein. De bouwstijlen hebben expressionistische invloeden van de Amsterdamse School (1910-1940).
Het strenge stedenbouwkundige kader en de vrijheid van iedere bewoner om daaraan invulling te geven heeft in de loop der tijd gevarieerde straatwanden doen ontstaan deel uitmakend van een Rijksbeschermd stadsgezicht. Het plein wordt door bewoners en bezoekers zeer gewaardeerd.
De woningen met de nummers 1 creëren als verlengde Raadhuisstraat de toegang vanuit het stadshart naar het Tempsplein.
De voorgevels van Tempsplein 3 – 6 zijn identiek van opzet en koppelen elk paar woningen spiegel- symmetrisch aan elkaar. Daardoor bezitten de naast elkaar gesitueerde woningen, een gezamenlijke ingangspartijen in de vorm van een portiek. Deze portiek heeft een opstapje. Het wisselend aantal treden maakt zichtbaar dat het plein afloopt in de richting van de Thermen.
De panden 7 en 8 zijn gebouwd als een dubbelblok, pand nummer 9 is een enkel blok.
De architectonische vormentaal vertoont samenhang; alle verschillende gebouwen horen als het ware bij elkaar. De doorschietende horizontale gootlijsten vormen een weldoordachte compositie met de hoger opgetrokken gevels in of op de hoeken. Onder de gootlijst zijn bakstenen een beetje naar buiten gemetseld zodat lange horizontale lijnen zijn ontstaan die de lagere woningen tussen de hoger opgetrokken gevels met elkaar verbinden.