Het is niet bekend wanneer in Hoensbroek het eerste kerkje werd gebouwd. De ‘Stichtingsoorkonde’ spreekt over “een vanouds bestaande kapel”. Het is mogelijk dat het kerkje pas na de kerkelijke afscheiding van Heerlen in 1390 gebouwd is ter vervanging van een ouder kerkje en dat de fundamenten van dit vroegere kerkje zijn gebruikt voor de bouw van het 14e eeuwse kerkje.
Toren, schip en koor zijn, kort na elkaar, eind 14e eeuw gebouwd in steen en hadden een gotische kroonlijst. Het koor was voorzien van een gewelf en spitsboogvensters. Het middenschip had een vlakke houten zoldering. Lichtbeukvensters waren de enige lichtbronnen in het middenschip. De beide zijbeuken hebben geen vensters gehad.
Begin 16e eeuw kreeg het middenschip zwaardere scheibogen en stenen gewelven, waardoor de lichtbeuken boven de gewelven kwamen te liggen. Nadat ook de zijbeuken waren verhoogd, werd het hele schip onder één doorlopend zadeldak geplaatst. In de zijbeuken kwamen grote vensters, waardoor er voldoende licht in het middenschip kon doordringen. Eind 17e eeuw (1680) werd het koor over de gehele lengte in baksteen verhoogd. De sacristie aan de zuidzijde dateert uit 1725.
In 1900 werd de toren gerestaureerd. Bij de restauratie in 1909-1910 door W. Sprenger heeft men de pseudo basilicale vorm hersteld, de zijbeuken voorzien van lessenaarsdaken en werden er neogotische vensters aangebracht. De laatste grote restauratie dateert uit 1990.