Omdat eind vijftiger jaren het oude kerkje van Mariarade veel te klein werd besloot de parochie tot de bouw van een nieuwe kerk met klooster. Architect Harry Koene uit Maastricht maakte hiervoor een ontwerp, dat op 27 juni 1960 werd goedgekeurd.
In 1960 begon men met het bouwrijp maken van het terrein. Op 25 juni 1961 werd de eerste steen gelegd door vicaris-generaal P. van Odijk. Op 16 juni 1962 is de kerk door Mgr. Moors geconsacreerd. Het klooster werd in 1964 in gebruik genomen. In 1965 werd de achterwand van het koor, die door vlekken ontsierd was, opnieuw opgemetseld.
De Heerlense glazenier Eugène Quanjel maakte voor de kerk vier raampartijen in glas-appliqué. Deze ramen bepalen in niet geringe mate de sfeer en monumentaliteit van het kerkgebouw.
In 1991 is een groot onderhoudsplan uitgevoerd aan de kerk en met name aan de ramen van Quanjel. Hoewel geen sprake is van een Rijksmonument heeft de financiering toch plaatsgevonden vanuit het gemeentelijk stadsvernieuwingsfonds.
Sacristie, klooster en kerk liggen in een L-vorm waardoor een plantsoen ontstond waarop de klokkentoren kon worden geplaatst. De zaalkerk heeft een ingesnoerd voorportaal en een rechte koorpartij, waardoor de kerk in totaliteit een kruisvormig grondplan kreeg. Het werd een in de breedte opgetrokken, met baksteen bekleed betonskelet.
De gecanneleerde toren geeft het strakke bakstenen ensemble een bekoorlijk stedenbouwkundig accent.
De kerk heeft een crypte, die als dagkerk en als vergaderruimte voor de religieuze congregatie zou fungeren. De banken zijn axiaal opgesteld.
Vanwege het sterk teruglopende kerkbezoek werd de kerk op 8 januari 2015 gesloten en is inmiddels aan de eredienst onttrokken.