De eerste bewoners waren F. Greven, hoofdopzichter bij de Staatsmijnen en P.A.H. Hornix, directeur Openbare Werken Heerlen. Een architect van de Bouwvereniging ‘Eigen Haard’ zou verantwoordelijk zijn geweest voor het ontwerp, maar het vermoeden bestaat dat Greven zelf het huis heeft getekend.
Hoewel de meeste huizen de strenge voorgevelrooilijn volgen hebben veel bouwers aan het De Hesselleplein ook geprobeerd hun woning een eigen gezicht te geven.
Een aantal elementen zoals de blokken en banden evenals de bewerkte getimmerde goot met zichtbare klossen sluiten aan bij de karakteristiek van het plein.
Interessant is de vergelijking tussen de panden nr. 7 en nr. 8. Onderling zijn er veel overeenkomsten zoals de rode baksteen in halfsteensverband, de gele mergel in de aanzet- en sluitstenen, grijze hardsteen in de dorpels, de (huidige) donkere kleur van de kozijnen. Halfsteensverband werd vooral gebruikt in halfsteensmuren waarbij zo min mogelijk stenen gehakt hoeven te worden.
Beide panden staan op een lage plint van Kunradersteen. Er is ook een koekoek. Deze opening, ook wel kelderlicht genoemd, werd in de mijnstreek gebruikt voor het in huis brengen van de kolen. Opmerkelijk zijn de fraaie balkons met een metalen hekwerk als drager van de vlaggenstok en de zware hoofdbalusters.
De hardstenen consoles zijn op nr. 7 met een holle en op nr 8 met een bolle vorm uitgevoerd. Nr. 8 heeft een veel smallere pandbreedte daardoor zijn er vier gevelopeningen in plaats van de zes gevelopeningen in het bredere pand. Het balkon van nr. 7 is symmetrisch geplaatst in de eerste verdieping terwijl dat op nr. 8 alleen door een asymmetrische plaatsing mogelijk was. Daardoor heeft de bovenbouw, kijkend naar het gehele dubbelblok, weer een nieuwe symmetrie gekregen.