Architecten die in een zelf ontworpen eigen huis wonen zijn zeldzaam. Peutz was er zo een. Hij ontwierp het Huis op de Linde als kantoor en woonhuis voor zijn gezin met veertien kinderen. Het oeuvre van Peutz ligt min of meer geïsoleerd in Limburg. Hij tekende meer dan tweehonderd plannen gelegen in de gemeente Heerlen.
Huis op de Linde bestaat uit twee volumen van verschillende hoogte en afmeting met op het scharnierpunt de ingang, voorzien van een forse betonnen luifel en een trap. De compositie van deze twee kubische volumes, het open karakter en het materiaalgebruik zijn kenmerkend. De gevels hebben een asymmetrische indeling met grote, voornamelijk liggende rechthoekige grijsblauwe stalen kozijnen. De rechterzijgevel van het oprijzende volume heeft links, over de gehele hoogte, een doorlopend venster ter plaatse van het trappenhuis. Hieronder bevindt zich een gevelvlak dat oploopt en bekroond wordt door het beeld “De Bokkerijder” van Charles Vos (1888-1954).
De voordeur heeft een fabelachtig detail: een klein rond raampje in het horizontale venster, waardoor, naar men zegt, een rol met bouwtekeningen naar binnen geschoven kon worden.
Beschermingswaardig zijn onder meer de originele deuren, de stalen schuifwand met glas en de houten schuifdeuren met roedes in het atelier in het souterrain. Het pand werd in 1991 gerestaureerd en ingericht als kantoor door Arno Meijs. Helaas is destijds het pleisterwerk overgeschilderd zonder onderzoek te verrichten naar de originele kleur en materialiteit.