In de 14e eeuw wordt Reyner van den Esschen als leenman genoemd en in 1519 Lens van Esschen. Heyntgen Ubachs, geboren rond 1535, gehuwd met Lysken van den Esschen, komt samen met zijn broers en zussen op 1 augustus 1559 in het bezit van het leengoed Ten Esschen met bijbehorende weilanden en landerijen. De familie Ubachs had familiaire banden met het riddergeslacht Van Retersbeek, de latere graven van Schaesberg afkomstig van het nabijgelegen kasteel Retersbeek. Vele telgen uit dit geslacht zouden in de nakomende eeuwen schepen zijn in de schepenbank Heerlen. In 1755 en 1774 werden verschillende hoeves overvallen door de bokkenrijders.
Het gehucht kende oorspronkelijk een Hoeve ten Esschen. Door het verleggen van de stadsautoweg in zuidwestelijke richting kwam de Hoeve ten Esschen in het gedrang, raakte in verval en werd in 1975 gesloopt. De hier besproken hoeve uit de 19e eeuw is het woongedeelte van een carréboerderij in dit gehucht. De grotendeels gesloten noordwestgevel heeft twee poorten. In de zuidoostgevel zitten de entree en zeven ramen in een compositie die twee verschillende bouwperioden doet vermoeden.
Op de eerste verdieping bevinden zich vier stuks met 20-ruits wit geverfde vensters. Op de begane grond naast de voordeur bevinden zich drie stuks met 24-ruits wit geverfde vensters. De groen geverfde luiken en de hoge ligging bij de splitsing van wegen zorgen voor een opvallende aanblik in het dorpsgezicht.
De hoeve is ook bekend als Rotan-Rentenaar. Er was een bedrijf gevestigd dat tafels en stoelen leverde van Rotan dat in de wederopbouwperiode populair was.