De hoeve is op de Heerlerbaan bekend onder de naam van de laatste bewoner: Sjeng Pasmans. De hoeve had een U-vormige plattegrond en lag aan de Rukkerweg, zoals de straat destijds heette. Deze oude weg is afgesneden als gevolg van het uitbreidingsplan Giesen-Bautsch uit 1960 waarbij veel agrarische gebieden zijn vervallen. Toen is de huidige ligging ontstaan op de hoek van de nieuw aangelegde Sinaïstraat.
De korte, gesloten zijde van de U-vorm bevatte het woonhuisgedeelte en vormde de westflank van de hoeve. Dit gedeelte was via de naar het oosten geopende binnenhof toegankelijk. De lange vleugel aan de zijde van de Leon Biessenstraat bestaat uit een stal plus een grote schuur en ontleent haar karakter aan de twee grote inrijpoorten. Volgens het ingemetselde jaartal in deze gevel dateert de hoeve uit 1777.
Interessant zijn de ambachtelijk, in kruisverband, verwerkte bakstenen (afwisselend een laag koppen en een laag strekken) en de ellipsvorm van de gemetselde bogen. In de gevel zit een reeks oude gevelankers met aan de boven- en onderzijde een dubbele krulaanzet. Het dak had stropoppen of strodokken die werden gebruikt om de Oudhollandse pannendaken af te dichten tegen tocht, sneeuw en regen.
De boerderij is verbouwd tot een woonbegeleidingscentrum voor tien bewoners. Hiervoor is het gebouw ingrijpend veranderd met gebruikmaking van de oude binnenhof en enkele authentieke gevels. De tweede oude bedrijfsvleugel, parallel aan en tegenover de vleugel aan de Leon Biessenstraat, is vervangen. Het vernieuwde monument heeft, in de plaats van de U-vorm, meer een carré-vorm gekregen.