De hoeve Molenberg oogt uiterlijk 18e eeuws, maar wordt in de 16e eeuw al genoemd. Adellijke families als het geslacht Van Hulsberg, genaamd Schaloen en de familie Schellart d’Obbendorf, heren van Schinnen, hebben de hoeve in hun bezit gehad.
De gebouwen dragen sporen van vele verbouwingen. De grotendeels uit baksteen opgetrokken hoeve is geplaatst om een gesloten binnenplaats. De voorvleugel van twee verdiepingen heeft een zadeldak, afgesloten door puntgevels. De 18e eeuwse verdieping en topgevels zijn voorzien van hoekblokken en enige horizontale banden van mergel, zogeheten speklagen. De rechter zijgevel is beneden nog van Kunradersteen; aan de zijkant links jaarankers en enige schietgaten in Kunradersteen. Ook bevatten de zijgevels en de voorgevel uilengaten in mergel.
Een inscriptie boven de rondboogpoort herinnert aan het feit dat het echtpaar Stassen-Melchers de hoeve in 1776 heeft verbouwd.
In 1919 werd, naar ontwerp van architect Jan Stuyt, de achtervleugel tot noodkerk van de parochie Molenberg verbouwd. Tot de wijding van de nieuwe kerk in 1927 heeft de noodkerk dienst gedaan. In 1929 is het verbouwd tot patronaat. Later werd de jeugd sociëteit Gejem hier gevestigd.
In 1989 vond een ingrijpende renovatie plaats door architectenbureau P.A.M. Mertens uit Hoensbroek. De hoeve werd getransformeerd naar 16 appartementen. Alleen de buitenmuren van het monument bleven staan. In de achterbouw herinneren een klein ‘torentje’ en een kruis in beton op het dak nog aan de oude functie van noodkerk.