In 1949 realiseerde het Bouwbureau van N.V. Maatschappij tot Exploitatie van de Oranje-Nassau Mijnen 22 woningen op de hoek van de Dr. Jaegersstraat en de Benzenraderweg, waarvan 20 duplexwoningen. De bouwtekeningen, zo blijkt uit de bouwdossiers, zijn gemaakt door B. Zoetbrood en E. van Mastrigt.
Een duplexwoning is een woning die oogt als een eengezinswoning maar gesplitst is in twee deelwoningen. Deze splitsing is een methode die na de Tweede Wereldoorlog in Nederland veel werd toegepast, met het oog op de toen heersende woningnood.
De architectuur van de Delftse School en haar visie op de maatschappij heeft de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog in sterke mate beheerst.
De bouwstijl is rationeel en er zijn verwijzingen naar de agrarische tradities in Nederland.
In plaats van voorgevels direct grenzend aan de trottoirs is er meer ruimte voor groene hagen en tuinen. Hier is gekozen voor gemetselde muurtjes rond de voortuinen.
De Benzenraderweg werd daardoor in de ruimtelijke beleving plaatselijk breder. Men gebruikte aangekapte daken en uitgekraagde baksteendetails zoals die werden toegepast bij boerderijen. Herkenbaar zijn de dakgoten met uitstekende gootklossen, de in het oog springende schoorstenen in het verlengde van de kopgevel evenals de spitse dakkappelletjes.
Ramen hebben vaak getoogde bogen. De houten kozijnen hebben verdelingen met glasroeden en luiken. Rond de dubbele ingangen en bij enkele bijzondere vierkante ramen zijn omrandingen gemaakt. Hierbij is gebruik gemaakt van rustiek gekapte stenen en rondom de vierkante ramen gladde gezaagde Kunradersteen.
Het project toont overeenkomsten met een andere woninggroep op de hoek van de Pluijmaekersstraat en de Benzenraderweg.
Deze projecten met rijtjeshuizen en tuinen zijn pas na de Tweede Wereldoorlog uitgewerkt.