Dit Palladiaans blok stond bekend als dubbele Villa Hertzdahl-Horn. Het steile schilddak was met riet bedekt waarmee het landhuis aansluiting zocht bij de landschappelijke omgeving. De dakbedekking is vervangen door grijze pannen. Binnen het constructieve kader van de vensters waren oorspronkelijk veel-ruits-roedeverdelingen die nu zijn verdwenen. Op het dak stonden overhoeks vier vierkante schoorstenen en een rechthoekige schoorsteen precies in het midden. Mede hierdoor had de ruime villa een symmetrische uitstraling.
Bekende architecten hebben aan latere verbouwingen meegewerkt waaronder Joseph Seelen en Jos Wielders. De plattegronden van beide woningen zijn gespiegeld, de ingangen liggen aan de zijkant. Op de eerste verdieping is tussen de ramen decoratief metselwerk aangebracht. Onder de gootlijn zijn horizontale stroken van drie baksteenlagen iets naar buiten gemetseld. De erkers hebben houten beschietingen met versieringen in een golfpatroon zowel verticaal langs de stijlen als horizontaal langs de bovenranden.
Het natuurstenen plint van Kunradersteen dient als bloembak. Op de hoeken zitten twee opvallende details in de vorm van ingebogen vleugelstukken of klauwstukken versierd met natuursteen en een getrapte bakstenen rollaag.Op de begane grond lag een brede salon met erachter een kantoor en een grote hal. Op de eerste verdieping bevond zich oorspronkelijk een ruime biljardzaal.
Jan Gratama (1877-1947) is een bekende Amsterdamse School architect. Hij werkte mee aan verschillende architectuurtijdschriften, het Olympia complex (1924) en Tuindorp Watergraafsmeer (1928) in Amsterdam. De woningen zijn vergelijkbaar met woonhuizen aan de Kralingse Plaslaan die hij in 1916 ontwierp.
Nico Ramakers (1879-1954) is bekend van de restauratie van oude kastelen waaronder Kasteel Hoensbroek.