De buurt Rennemig is rond 1918 ontstaan bij de aanleg van de Oranje-Nassaumijn III. Door de naoorlogse groei van de steenkoolproductie kwamen er ook meer beambten (opzichters en hoofdopzichters) om de organisatorische en leidinggevende taken van de mijn te behartigen. Voor hen werden in rap tempo twee blokken van vier woningen in een rij bijgebouwd. Een van de blokken toont overeenkomst met de beambtenwoningen aan de Heideveldweg. De grotere hoekpanden waren bestemd voor hoofdopzichters, de middelste panden voor opzichters. De panden hadden echter een andere architectuur dan de eerder in deze buurt gebouwde woningen en zijn gebouwd in een traditionele bouwstijl.
De hoofdzakelijk rechthoekige plattegronden zijn gespiegeld ten opzichte van de woningscheidende wand tussen de middelste woningen, evenals de indeling van de gevels. De woningen tellen twee bouwlagen onder een zadeldak dat bij de hoekpanden overloopt in een haaksliggend schilddak. Het dak is gedekt met muldenpannen. Brede houten bakgoten. In frontgeveldakvlak van de hoekpanden een kleine halfronde dakkapel. De middenpanden met elk een rechthoekige dakkapel, en een rechthoekige dakkapel gedeeld door beide middenpanden. De gevels hebben een plint met rollaag, die onder de vensters risaleert. De voorgevel heeft een plint en optrek in halfsteens verband, de zij- en achtergevels in kruisverband. In de gevels bevinden zich rechthoekige houten vensters en deuren.