Deze tien arbeiderswoningen gebouwd in 1910, behoren tot een van de eerste kleine woninggroepen met sociale woningbouw in Heerlen. Opdrachtgever was de bouwvereniging Heerlen en de architect was waarschijnlijk J. Dillewijn uit Hilversum.
Het ontwerp lijkt te zijn geïnspireerd door het gebogen verloop van oude weg naar Benzenrade. Gebogen lijnen hebben hier een poëtische attentie.
Er zitten in de gevel gebogen details zoals de golfjes van de bogen op de scheiding tussen de rode baksteen en het witte pleisterwerk.
Een rondboog accentueert het midden.
Verschillende ramen in de topgevels en onder de gootlijn hebben segmentbogen.
De symmetrische aanpak wordt versterkt door de vijf blokken onder te verdelen in drie blokken met de voordeuren steeds naast elkaar en het laatste en het eerste blok een beetje naar voren te schuiven.
Bovendien zijn de ramen aan het begin en het einde van de rij door een extra bakstenen penant in tweeën verdeeld.
Oorspronkelijk was het centrale cirkelvormige boogveld boven de twee ramen in het midden ook uitgevoerd in rode bakstenen. Het natuurrode pannendak en de uniform groen gekleurde voordeuren maken dit deel van de straat tot een bewonderenswaardige bocht.
De huizen zijn onlangs gerestaureerd waardoor het gemeenschappelijke karakter en de eenduidige architectuur nog sterker tot uitdrukking is gekomen.
In Nederland is staandverband, kruisverband, Vlaamsverband en kettingverband het meest toegepaste metselverband. Hier is kruisverband gebruikt.
Te herkennen aan rijen koppen en rijen strekken waardoor in de as van twee stootvoegen een kruis zichtbaar wordt.
