Op een centraal punt in de schil van Heerlerbaan wilde de parochie een nieuwe kerk bouwen.
Het stedenbouwkundige plan ging uit van een groengebied zonder bebouwing. Laurens Bisscheroux zag mogelijkheden om tegemoet te komen aan het bouwverbod: de kerk ging net zoals veel mijnwerkers ondergronds.
Het brandpunt van deze jongste kerk van Heerlen, die ook wel de Kamer van Gabriël wordt genoemd, is een doorzichtig tabernakel. De kleuren van de kerk verwijzen naar de regenboog. De opstelling van de witte kolom (kolom van de verrijzenis) symboliseert het samenzijn met de Christusfiguur in één ruimte.
In een cirkel geplaatste twaalf staanders, tweeënhalve meter hoog met spiegellampen verwijzen naar de twaalf apostelen. Het getal twaalf is ook te herkennen in de vormgeving van de binnenwanden. Deze zijn telkens opgedeeld in drieën waardoor er twaalf staties ontstaan refererend aan de twaalf stammen van Israël. Kerkbezoekers vragen zich af waar het Romeinse cijfer elf voor staat. Is het misschien een verwijzing naar het feit dat Judas na zijn zelfmoord niet meer bij de twaalf discipelen hoorde? Anderen vinden dat het gekkengetal elf niet in deze kerk thuishoort.
Het beeld Moeder Aarde (Rob Takens) is gemaakt van Limburgse klei en symboliseert het element aarde. Ook de elementen water en vuur krijgen aandacht. Het bekken met (doop)water is doorsneden met glas en versterkt de wisselwerking binnen en buiten.
Het element vuur was oorspronkelijk bedacht als een eeuwige gasvlam. De hoge blauwe kerkdeuren van plaatstaal met daarop twee voeten, refereren aan een volk onderweg tussen wieg en graf. Deze deuren worden geopend op scharniermomenten van het leven: doop, communie, huwelijk en begrafenis.
Een kubusvormige betonnen binnenruimte wordt nog steeds gebruikt en biedt plaats aan 250 gelovigen.